HoendeRope HMPE 1000 meter
HoendeRope HMPE 1000 meter touw met dezelfde sterkte als een stalen kabel, maar dan flexibel en 7 keer lichter. Met een breeksterkte van 400.0 kN kan met zekerheid gezegd worden dat dit touw extreem sterk is. Het touw is blauw/wit van kleur en heeft een oranje merkdraad, waardoor duidelijk te zien is dat het om authentiek HoendeRope touw gaat.
Torsie detectie
Dankzij het onderscheidende ontwerp is het direct mogelijk om torsie in het touw te detecteren. Door torsie te vermijden, blijft de breeksterkte behouden, wat de veiligheid vergroot en de levensduur verlengt.
Bekijk de productcategorie touw voor een compleet overzicht van al ons touwwerk.
Touwlengte en breeksterkte volgens ES-TRIN
ES-TRIN Artikel 13.02, lid 3 – Overige uitrusting
3. Voorts moeten ten minste aanwezig zijn:
a) Stalen trossen voor het afmeren:
Ieder schip moet zijn uitgerust met 3 stalen trossen voor het meren. De minimum lengte daarvan moet bedragen:
1ste tros: scheepslengte + 20 meter, echter niet meer dan 100 meter,
2de tros: 2/3 van de eerste tros,
3de tros: 1/3 van de eerste tros,
Bij schepen met een lengte van minder dan 20 m kan de kortste tros achterwege blijven.
Deze trossen moeten berekend zijn op een minimum breeksterkte (Rs) die met behulp van de volgende formule wordt vastgesteld:
Lengte x Breedte x Diepgang = LxBxD
Voor LxBxD tot 1000 m³:
Rs= 60 + LxBxD = Kilo Newton
——————————————
10
Voor LxBxD groter dan 1000 m³:
Rs= 150 + LxBxD = Kilo Newton
——————————————-
100
1 Kilo Newton x 102 = Kilogram
1 Kilogram / 102 = Kilo Newton
Voor de voorgeschreven stalen trossen moet zich een keuringsbewijs volgens de Europese norm EN 10204 : 2004, model 3.1, aan boord bevinden.
Deze trossen mogen worden vervangen door andere kabels van dezelfde lengte en met dezelfde breeksterkte.
De minimum breeksterkte voor deze kabels moet in een verklaring worden aangetekend.
b) trossen voor het slepen:
Sleepboten moeten zijn uitgerust met een bij hun functie passend aantal trossen.
De hoofdtros moet echter ten minste 100 m lang zijn en een breeksterkte hebben in kN die overeenkomt met ten minste een derde van het totale vermogen in kW van de voortstuwingsmotor(en).
Motorschepen en duwboten die mogen slepen moeten ten minste zijn uitgerust met een sleeptros van 100 m lengte, waarvan de breeksterkte in kN overeenkomt met ten minste een kwart van het totale vermogen in kW van de voortstuwingsmotor(en).